De winter van Deng

Het maandblad Deng heeft zijn 'Ergerlijkste Belg' beet: Filip Dewinter. De verkiezing door zo'n 10.000 Deng-stemmers verliep m.a.w. zo voorspelbaar als een Europese wedstrijd van RSC Anderlecht. Het goede nieuws is dan weer dat Deng 30, een hoogst vermakelijk magazine overigens, bij uw krantenboer ligt 'tegen halve prijs wegens 'Dewinter-solden'. En ook wel dat het de huistekenaar inspireerde tot een fraai maar subjectief portret.

Allemaal goed en wel, maar laat ons eens kritisch wezen: niks makkelijker dan preken voor de eigen parochie. De oeverloze anti Dewinter-zwartmakerij begint zo stilaan even zielig en flauw te worden als een gemiddelde grap van Geert Hoste. Het is bovendien ronduit shockerend om vast te stellen dat een kleine elite van zelfverklaarde links-intellectuelen nog altijd altijd zweert bij een tactiek die na 20 jaar zijn failliet wel bewezen heeft. Want laat ons wel wezen; de demonisering van Dewinter & Co, het cordon-sanitaire incluis, heeft ervoor gezorgd dat de club van de malcontenten staat waar ze nu staat: als een erectie klaar voor de coïtus. Het Vlaams Belang triomfeert meer dan ooit, en Dewinter zit bijna in het Antwerpse stadhuis.
U mag het er overigens wel degelijk mee eens zijn, want het is een objectieve vaststelling en niet zozeer een mening. De prijs voor tweede domste anti-VB-tactiek mag deze maand dan ook naar Deng en zijn lezers. Tweede, want met een klacht valt natuurlijk moeilijk te wedijveren. Voor alle duidelijkheid, ondergetekende is het VB ook liever kwijt dan rijk.