Poema-spotting

Het is me wat met al dat loslopend wild tegenwoordig. Ik heb het niet zozeer over het legertje ontluikende sletten dat zich exhibitioneert bij het priemen van de zon, doch over een banale poema die de Nederlandse media voor komkommertijden moet behoeden. Het beest bakent zijn territorium af op de Veluwe, en laat zich sporadisch spotten door een paparazzo, om vervolgens weer onder te duiken in de anonimiteit. (Al langer dan een week alweer.) Vervolgens buigen fotografen en poemapologen zich over de amateurbeelden, en ontspint er zich een katachtige discussie over de authenticiteit van de beelden en het object van de momentopname. Is hij echt of niet? Dat is zowat de hamvraag die pagina's krantenpapier en uren zendtijd van de grote leegte moet redden.
Het Nationaal Park 'De Hoge Veluwe' heeft nu al zijn eigen poema-vangteam, tot de tanden bewapend, paraat staan. Zonder succes tot nu toe. Het ware misschien doeltreffender geweest om de Hollandse Harry Potter de Veluwe op te knallen. Al is het nog lang niet zeker of de poema nog op de Veluwe resideert. Voor hetzelfde geld duikt-ie straks op aan de Champs Elysées. Nog VOOR die andere poema; Boonen. Toch nog in snelheid geklopt. Het zou wat zijn.
Ach, dat hele poema-verhaal is natuurlijk zo belachelijk als onze Waasland (Wemmel, en Lommel) Wolf van weleer. Nooit gevonden trouwens, dat beest. Bovendien zitten ze in India met krokodillen en slangen in de voortuin. Kijk, dat herleidt die Hollandse poema op klompen weer tot zijn ware proporties; een hoop poeha om niks.
En toch. Waaghalzen die zich één dezer tegen beter weten in op de Veluwe wagen, doen er goed aan uit de doppen te kijken. Omdat we hier bij ZonderZever liever geen lezers verliezen, laten we u preventief kennis maken met de verbale kwaliteiten van de poema. De poema kan immers "heel hard schreeuwen en dit heeft hem de slechte naam van woesteling bezorgd". Volgens mij waart dat beest nog ergens in Werchter rond.